Ruim één op de drie bedrijven in ons land biedt gasten niets te drinken aan als zij op bezoek komen. Een kwart van de bedrijven geeft bezoekers zelf helemaal niets bij een bezoek. In veel gevallen is niemand specifiek verantwoordelijk voor de ontvangst van bezoekers. Dit blijkt uit een onderzoek naar gastvrijheid van Nederlandse organisaties. Voor het onderzoek zijn 1.000 werkende Nederlanders ondervraagd.
Grote organisaties ontvangen professioneler
Ruim een kwart van de organisaties biedt gasten niets aan bij binnenkomst, zoals iets te drinken, lectuur of informatie over het bedrijf. Grote organisaties zijn in dit opzicht professioneler dan kleinere organisaties (minder dan 50 werknemers). Een derde van de bedrijven geeft de wachtende bezoeker wat te lezen. 16 procent van de organisaties maakt van de gelegenheid gebruik om informatie over het bedrijf te verschaffen.
Planten worden gewaardeerd
Gevraagd naar de belangrijkste sfeerelementen in een ontvangstruimte, antwoordt één op de drie respondenten dat zij het meeste waarde hechten aan planten. Ook design (12 procent) en kunst (7 procent) scoren in een goede ontvangstruimte. Iets meer dan de helft van de organisaties heeft een receptionist(e) die verantwoordelijk is voor het ontvangen van bezoek. In de overige gevallen is de persoon die gasten verwelkomt meestal de medewerker die bezoek krijgt of degene die het dichtst bij de ingang zit. Eén op de vijf organisaties heeft geen specifieke ruimte om bezoek te ontvangen. 14 procent van de ondervraagden vindt dat de ontvangst bij hun werkgever niet aansluit bij de gewenste uitstraling.
Dat beetje extra
Uit het onderzoek blijkt dat met name grote organisaties gastvrijheid en bezoek professioneel benaderen. Dat is waarschijnlijk deels een budgetkwestie maar juist voor kleine organisaties kan de bezoekbeleving net dat beetje extra geven waardoor een potentiële klant geneigd is met jouw organisatie in zee te gaan. Daarbij hoeft gastvrijheid geen bakken met geld te kosten en zit het vaak in kleine oplossingen of attenties.”